Vertaal
Naar andere talen: • se passer > DEse passer > ENse passer > ES
Vertalingen se passer FR>NL
[səpɑse]

1 se produire - gebeuren

  'Tout s'est bien passé.'
  Alles is goed verlopen.


2   se passer de
se priver de - het stellen zonder

  'se passer de vin'
  geen wijn drinken

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
se passer (ww.) vergaan (ww.) ; zich voordoen (ww.) ; voorvallen (ww.) ; voorkomen (ww.) ; voordoen (ww.) ; voorbijgaan (ww.) ; vervallen (ww.) ; verstrijken (ww.) ; verlopen (ww.) ; aflopen (ww.) ; toegaan (ww.) ; plaatsvinden (ww.) ; plaatshebben (ww.) ; plaats vinden (ww.) ; plaats hebben (ww.) ; passeren (ww.) ; geschieden (ww.) ; gebeuren (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `se passer`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: avoir lieu